VEEL GESTELDE VRAGEN

1)Wat zou ik voor het project mee zou kunnen nemen van thuis?

Het is een aardig en goed doordacht idee om wat kleine cadeautjes mee te nemen. Soms is het echter beter om met het kopen van cadeau’s of spullen voor een specifiek project te wachten tot je in het land waar je gaat werken bent aangekomen. Je voorkomt zo problemen bij de douane in verband met invoerrechten, en dezelfde spullen zijn in Latijns-Amerika vaak veel goedkoper. Je kunt altijd vantevoren contact opnemen met het project waar je zult werken, en kijken of ze bepaalde wensen of suggesties hebben. Meestal worden spullen gevraagd die weinig wegen, zoals kleding, leermiddelen voor scholen, of (klein) speelgoed.

2) Ik zou graag geld in willen zamelen voordat ik vertrek. Hoe kan ik dit het beste aanpakken?

Je zou om te beginnen kunnen praten met vrienden, familie en diverse instellingen of kerken in je eigen land die je mogelijk willen helpen bij het werk dat je zult gaan doen. Ook veel scholen beschikken over programma´s, beurzen en fondsen voor internationale vrijwilligersprojecten. Door wat te zoeken op Internet kun je een goed idee krijgen van de mogelijkheden die er zijn. Ook kun je proberen om het creatief aan de pakken en zelf fondsen te werven! Om geld in te zamelen kun je bijvoorbeeld auto´s wassen, taart verkopen of een activiteit organiseren (een maraton of wandeling, of een fietswedstrijd). Wanneer je eenmaal het bedrag bij elkaar hebt dat je aan het project wilt geven, is het belangrijk voorzichtig te zijn, vooral voor wat betreft de manier waarop je het geld aan het project geeft. Geef nooit direct geld aan een project, omdat er geen garantie bestaat dat het geld goed gebruikt wordt, of althans niet op de afgesproken manier. Het is altijd beter om met de directeur van het project te praten over de mogelijkheden om bijvoorbeeld een badkamer te bouwen, het project te schilderen, nieuwe boeken of andere leermiddelen aan te schaffen, of uniformen voor de kinderen, of om een dagactiviteit voor de kinderen te organiseren.

3) Ik spreek niet veel Spaans. Zal dit een probleem zijn bij de communicatie met de mensen in mijn project, of met mijn plaatselijke collega’s?

Als je de taal niet redelijk spreekt, zal dit de dingen zeker een stuk moeilijker maken. Probeer zoveel mogelijk van de taal te leren als je kunt. Het zal je beter in staat stellen om met de mensen van het project te communiceren en zij zullen bovendien meer respect voor je hebben.

4) Is het politiek gezien niet verkeerd om vrijwilligerswerk te doen omdat je daarmee eigenlijk het werk doet van lokale krachten die betaald werk nodig hebben?

Het antwoord is Nee. Het soort werk wat jij zult doen, is eerder werkbegeleiding, en betekent niet dat je arbeidsplaatsen inpikt. Jij biedt hulp en verleent je diensten aan het project, maar je zult nooit het werk doen van lokale werknemers die er zelf voor opgeleid zijn.

5)Wat voor houding dien je als vrijwilliger aan te nemen tijdens het werk?

Met een hulpvaardige instelling en bereidheid tot samenwerking, plus de wil om je talenten en vaardigheden met anderen te delen kom je al een heel eind tijdens je tijd bij het project. Het gaat er bij vrijwilligerswerk niet om dat je de wereld verbetert, of het onmogelijke voor elkaar krijgt, maar eerder om het toevoegen van een beetje vrolijkheid, comfort en kennis aan iemands leven. Ieder project heeft andere doelstellingen, en het is belangrijk niet te vergeten dat geduld en betrokkenheid bij het project noodzakelijk zijn, speciaal wanneer je in een buitenlandse cultuur en omgeving werkt.

6)Hoe kan ik zorgen dat ik gezond blijf en niet ziek wordt tijdens het vrijwilligerswerk?

Zorg ervoor dat je voor je aankomst in Zuid-Amerika alle nodige inentingen hebt gehad om bepaalde ziektes hier te voorkomen. Als je normaalgesproken bepaalde medicijnen gebruikt, neem die dan mee en zorg ervoor dat je genoeg hebt voor je gehele verblijf in Zuid-Amerika. Neem tijdens het werk bij het project alle nodige voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat je ziek wordt. Vermijd eten en drinken waar je ziek van zou kunnen worden. Mocht je bij een project werken waar je omringd bent door zieken (in een van de ziekenhuizen of klinieken bijvoorbeeld), praat dan met de mensen van het project en vraag of ze bepaalde suggesties hebben of vinden dat je bepaalde voorzorgsmaatregelen zou moeten nemen. In de meeste gevallen heb je als vrijwilliger echter zelf de verantwoordelijkheid om te zorgen dat je niet ziek wordt, en om te zorgen dat je weer geneest, mocht je toch ziek worden.

7) Wat kan ik verwachten tijdens mijn vrijwilligerswerk?

  • Als je met kinderen of groepen mensen werkt, probeer dan altijd voor iedereen activiteiten te organiseren. Het is belangrijk dat iedereen erbij betrokken is. Je kunt kinderen of volwassenen eventueel vragen zich vantevoren in te schrijven voor bepaalde workshops, maar groepsactiviteiten worden hoe dan ook altijd aangemoedigd. Probeer geen voorkeur te hebben voor bepaalde personen of kinderen, waardoor je anderen buitensluit. Zorg ervoor dat je voor iedereen binnen het project op dezelfde manier beschikbaar bent.
  • Probeer altijd een bepaalde emotionele afstand te bewaren. Het gaat er bij vrijwilligerswerk om dat je activiteiten organiseert en dat je iets toevoegt aan het project en aan het leven van de mensen daar. Kinderen raken vaak snel gehecht aan de vrijwilligers, wat het moeilijk voor ze maakt wanneer een vrijwilliger weer vertrekt.
  • Wanneer je meer ‘fysiek’ vrijwilligerswerk doet, zoals bouwwerkzaamheden, zorg er dan voor dat duidelijk is wat je opdracht precies is. Door taalbarrières kan het soms moeilijk zijn bepaalde instructies of aanwijzingen te begrijpen. Mocht je twijfels hebben, vraag het dan aan iemand in het project, of probeer een tolk te vinden die je de dingen kan uitleggen, totdat alles duidelijk is. Dit kan helpen fouten in de bouwwerkzaamheden voor het project te voorkomen.
  • Als je met kinderen werkt, houd de activiteiten dan heel simpel! Sommige dingen zijn veel moeilijker voor kinderen die nooit hebben blootgestaan aan dingen waar we in de westerse wereld aan gewend zijn.
  • Mensen leren samen te werken, en het creёren van een positieve sfeer, is vaak belangrijker dan de activiteit zelf. Dit geldt niet alleen voor projecten waar met kinderen gewerkt wordt, maar ook voor projecten waar onderzoek of fysieke arbeid wordt verricht. Met een positieve instelling bereik je heel veel, niet alleen bij de mensen binnen het project, maar ook bij de mensen met wie je samenwerkt.